De spelling van de plaats waar Jezus' arrestatie plaatsvond, wordt in Nieuwe
Testament documenten en door de eerste pelgrims naar het Heilige Land
verschillend geschreven. De meest gebruikte spelling is tegenwoordig
'Gethsemane'. De naam stamt af van twee Hebreeuwse woorden: van gath
(pers) en shemanim (oliën).
Kedrondal
De tuin is gelegen aan de rand van de Kedron in de richting van de Olijfberg.
Zoals meer valleien die Kedron heetten is de vallei droog totdat de zware
winterregens het onder water zetten. Volgens traditie is dit de Vallei van
Josafat; de plaats waar God zitting zal nemen op de dag des oordeels. Deze
traditie wordt bestendigd doordat de vallei een groot kerkhof voor Joden,
Christenen en Islamieten. Vlakbij de muren van Jeruzalem is de vallei niet zo
breed als iets verderop lager bij het zuidelijk deel van de stadsmuur. Wel is
het zeker dat de bodem van de vallei 15 meter hoger is komen te liggen sinds het
begin van de jaartelling. Toch is het Kedrondal een aandoenlijke plaats voor wie
in de sporen van Jezus wil treden. Jezus, passeerde vaak een van de bruggen over
de vallei wanneer hij van Jeruzalem naar Bethanië, of zoals Johannes het
verwoordde, wanneer hij naar de 'overzijde van het Kedrondal' (Joh. 18:2) ging.
Het Hof door de jaren heen
Het Kedrondal ter hoogte van het Hof van Gethsemane is langzaam ondieper
geworden, wegen zijn omgeleid en verbreed. Toch is het niet moeilijk de plaatsen
voor te stellen waar Jezus in doodsangst was en werd gearresteerd.
Van de olijfboomgaarden, die in wat in het evangelie een ‘eigendom’ of
‘tuin’ wordt genoemd, zijn alleen een paar stukken grond over. Een ervan,
die gewoonlijk ‘Het Hof van Gethsemane’ wordt genoemd is 1200 m² en ligt
rechts langs het pad dat de Olijfberg op gaat en naast de Basiliek van Alle
Naties. Oorspronkelijk behoorde ook de grond waar nu de Basiliek staat ook tot
het terrein, die gebouwd is op de ruines van de kerk die volgens St. Jerome en
Etheria stond op de plaats waar Jezus gebeden heeft.
De eigenaren
Het Hof van Gethsemane was lange tijd onderdeel van het erfgoed van de kerk
die in de 4e eeuw was gebouwd op de plaats van de Doodsangst. Nadat
de kruisvaarders waren verdwenen (eind 13e eeuw) onderging de tuin
het lot dat alle Christelijke eigendommen viel en was overgedragen als een ‘wagf’
(religieus erfgoed) om een Islamitisch religieus doel te ondersteunen; in dit
geval een theologische school die werd ondergebracht in de St. Anna’s kerk
(gelegen net binnen de oude stadsmuren vlakbij het hof). Pelgrims van de 13e
en navolgende eeuwen noemen het een ‘bloemenveld’ en een ‘bloementuin’.
Vanaf de 14e eeuw, werd het verdeeld en verschillende percelen door
gescheiden door paden en lage muurtjes. Het aantal mensen dat kwam bidden nam
steeds meer toe. Terwijl de oosterse Christenen vasthielden aan de oude
tradities, in ieder geval ten aanzien van de Doodsangst, verruilden de westerse
bezoekers de plaats van de Doodsangst voor de in de buurt gelegen grot, die
daarom de naam ‘Grot van de Doodsangst’ kreeg. De tuin werd als de
plaats van zijn arrestatie gezien.
In de 17e eeuw kwam het Hof van Gethsemane in handen van de
Franciscanen. Hoewel de officiële eigendomsakte in 1681 werd opgesteld, zou het
hof, als we verschillende pelgrims moeten geloven, al in 1666 toebehoren aan de
Franciscanen. De meeste pelgrims zagen de plaats waar de oude olijfbomen stonden
als het Hof van Gethsemane, de bomen die volgens de ‘algemene opinie’ en ‘traditie
van het land’ teruggaan tot Jezus’ tijd. Het gebied is nooit gecultiveerd.
Een muur van ongemetselde stenen van één meter hoogte begrensde het.
Het hof bleef in deze toestand tot 1847. Om de olijfbomen te beschermen zagen
de Franciscanen zich genoodzaakt een hogere muur te bouwen. Deze muur maakt
plaats voor de huidige muur in 1959. Ondanks waarschuwingen werd het hof met
bloembedden ingericht, vermoedelijk als herinnering van de ‘bloementuin’ uit
de 13e en 14e eeuw.
Een marmeren bas-reliëf, helaas beschadigd door vandalen, stelt de
Doodsangst van Jezus voor. Het is een werk van de Venitiaan Torreti, een
meesterbeeldhouwer van Canavo. Het stond vroeger in de tuin maar staat nu bij de
ingang naar de sacristie.
|