De olijfboom heet op zijn Latijns ‘Olea Europaea’ en kent vele
variëteiten die door kruisen en veredelen zijn ontstaan. Hierdoor kunnen
olijfbomen verschillen in smaak, vruchtdracht en groeiwijze ook naargelang het
klimaat. De ene soort leent zich meer voor tafelolijven en andere soorten lenen
zich meer voor het maken van olijfolie. Bekende tafelolijf-soorten zijn de Conservolia
uit Griekenland, de Ascolana uit Italië, en de Hojiblanca en Manzanilla
uit Spanje. De beste grond is licht alkalisch en goed waterdoorlatend.
Olijfbomen hebben groene lederachtig bladeren die om de 3 jaar af vallen.
Verspreiding olijfbomen rond de
Middellandse Zee. |
|
Klik op een land voor meer informatie over de olijfolie productie.
|
Hoewel de olijfboom zijn oorsprong kent in het Midden Oosten
spelen de landen rond de Middellandse Zee de belangrijkste rol in de productie
van olijven en olijfolie. Met het ontdekken van Amerika brachten de Spanjaarden
de olijfboom naar het subtropische deel van het Amerikaanse continent, met name
in Californië, Mexico en Zuid-Amerika. Naar schatting telt de wereld meer dan
800 miljoen olijfbomen en worden er jaarlijks meer dan 35 miljoen gallons
olijfolie geproduceerd. Olijfbomen houden van droge zomers met temperaturen
tussen de 25 en 45 graden en kunnen niet tegen strenge vorst.
|